Via je zintuigen wordt er constant informatie naar de hersenen verstuurd. Tijdens het opgroeien leer je steeds beter welke signalen belangrijk zijn en directe actie vragen (de geur van brand) of minder belangrijk en er geen actie nodig is of minder bewust waargenomen wordt (het geluid van voorbijrijdende auto’s). Op deze manier wordt er een bepaalde buffer gebouwd in de hersenen. Wanneer deze buffer niet helemaal goed wordt aangelegd en er een verhoogde of verminderde registratie van de zintuigelijke informatie plaatsvindt zie je dit vaak terug in het gedrag van kinderen.

Een kind kiest hier niet voor, laten we dat voorop stellen. Hij kan er simpelweg niet zoveel aan doen de de informatieverwerking op deze manier verloopt. Dit neemt niet weg dat het heel vervelend kan zijn voor zowel het kind zelf als de omgeving. Als je op school in een kringetje moet zitten, maar je bent super gevoelig voor aanraking, dan is het echt mega vervelend als er een ander kind zo dichtbij je komt. Of als je echt probeert op te letten wat de juffrouw zegt, maar je blijft het geroezemoes om je heen horen en de auto die voorbij rijdt, in de klas naast je gaat de deur open... Ojee, wat was de opdracht nu? Of dat tijdens tikkertje de kinderen altijd boos op je worden omdat je ze te hard hebt getikt, terwijl je zo je best deed om het rustig te doen. Zo zijn er vele voorbeelden te bedenken waarbij het mis gaat doordat de zintuigelijke informatie niet optimaal verwerkt wordt. Hieronder enkele voorbeelden per zintuig, maar het zijn zeker niet alle voorbeelden.

Door middel van een vraaggesprek, verschillende testen en vragenlijsten brengen we in kaart waar het het niet helemaal goed gaat en gaan we hiermee aan de slag. Als het nodig is nemen we (altijd met de toestemming van ouders) contact op met de leerkracht of andere betrokkenen zodat alle neuzen dezelfde kant opstaan. Het belangrijkste doel: uw kind weer lekker in zijn vel en vol zelfvertrouwen laten functioneren in zijn dagelijkse omgeving!
Mocht je hier vragen over hebben, neem dan gerust contact met ons op.

Zien (informatie vanuit de ogen)

Verhoogde registratie:

• Je wilt het liefste de hele dag een zonnebril op, licht is altijd te fel.
• Je hebt last van drukke prints of felle kleuren en kunt je dan niet goed concentreren.

Verminderde registratie:

• Je vindt het moeilijk om een puzzel te maken die anderen van jouw leeftijd makkelijk vinden.
• Je kijkt lang naar voorwerpen of mensen om meer informatie te krijgen.
• Je vindt het moeilijk om een stoeprandje af te stappen, je stopt altijd voordat je beweegt.

Horen (informatie vanuit de oren)

 
Verhoogde registratie:

• Je schrikt snel van geluid.
• Je kunt je moeilijk concentreren als de televisie of radio aan staat.
• Je bedekt je oren vaak om deze af te schermen tegen het geluid.

 
Verminderde registratie:

• Je zet de tv altijd veel te hard.
• Je reageert niet als je naam wordt geroepen.
• Je mist de uitleg van de juf, waardoor ze denkt dat je niet aan het opletten was.

Ruiken (informatie vanuit het reukorgaan in je neus)

Verhoogde registratie:

• Je hebt er last van als iemand parfum draagt, daar kun je letterlijk misselijk van worden.
• Je bent altijd de eerste die ruikt dat er iets bedorven in de koelkast ligt.

Verminderde registratie:

• Je ruikt graag aan mensen en niet-eetbare voorwerpen.
• Je ruikt het niet als er bedorven eten in de koelkast ligt.
• Je doet altijd veel te veel parfum op.

Voelen (informatie vanuit je huid)

Verhoogde registratie:

• Je wilt niet op blote voeten lopen omdat je ieder zandkorreltje of grassprietje onder je voeten voelt.
• Je wrijft of krabt op plaatsen waar je net bent aangeraakt. Soms doet een normale aanraking zelfs pijn.
• Je voelt ieder naadje in sokken en kleding en alle kledinglabels moeten eruit geknipt worden.
  
  

Verminderde registratie:

• Je raakt contant mensen en voorwerpen aan.
• Je merkt het niet als je kleding verdraaid of verkeerd zit.
• Je merkt niet dat je handen of je gezicht vies zijn.

Proeven (informatie vanuit je mond)

Verhoogde registratie:

• Je hebt last van bepaalde structuren in je eten.
• Je moet snel kokhalzen.
• Je wilt het liefste maar een paar dingen eten.
  
  

Verminderde registratie:

• Je kauwt graag op voorwerpen zoals je potlood of je kleding.
• Je doet graag veel zout of sambal door je eten.

Vestibulair systeem (evenwichtsorgaan in je oren)

Verhoogde registratie:

• Je vindt het vreselijk om bewogen te worden en wordt snel ziek in de auto.
• Je vindt het heel spannend om te klimmen en klauteren of van de glijbaan af te gaan.
• Je hebt het gevoel dat je heel snel uit balans bent.

Verminderde registratie:

• Het kan niet snel of hard genoeg gaan voor jou, zelfs een achtbaan vind je niet spannend.
• Je merkt het niet als je dreigt te vallen. Je laat andere schrikken doordat je vaak gevaarlijke klim- en klauteracties uithaalt. Je bent altijd in beweging en vindt het heel lastig om stil te zitten.

Propriocepsis

Signalen van je spieren, gewrichten en de huid worden naar de hersenen gestuurd. Zonder te kijken weet je precies in welke houding je ligt, zit of staat en waar je armen en benen zich bevinden.

Verhoogde registratie:

• Je vindt het niet fijn om hand in hand te lopen.
• Je zit het liefste stil omdat je alle bewegingen heel sterk waarneemt.
• Zelfs als je stilzit ben je je constant bewust van je lichaam en je voel je je armen, hoofd, benen.

Verminderde registratie:

• Je beweegt stijf of houterig.
• Je loopt graag op je tenen of hangt tegen mensen of meubulair.
• Tijdens spelletjes wordt er altijd tegen je gezegd dat je rustig moet doen omdat je niet in de gaten hebt dat je zo hard duwt of schopt.